Mees wordt een filmster
Voor de vierde keer klinkt het muziekje uit de bimbobox. Jeslynn filmt de dansende aapjes en loopt dan iets naar achteren, zodat in de film ook goed te zien is waar de bimbobox staat. Mees springt op en neer.
‘Kom op, Jeslynn. Nu is het wel goed hoor, je hebt het al vier keer gefilmd. Nu moet je mij filmen als ik wat vertel over de diefstal. Het filmpje mag niet te lang worden, dat kan niet op TikTok. Dan kijkt er niemand!’
Mees gaat naast de bimbobox staan en kijkt ernstig. Jeslynn moet er een beetje om giechelen. ‘Ga maar praten, Mees, ik neem het op.’
Mees doet net alsof hij op televisie is en het nieuws presenteert: ‘Goedenavond, dit is het journaal.’
Nu moet Jeslynn heel hard lachen. ‘O Mees, het is helemaal geen avond. En dit is ook het journaal niet. Je moet niet zo gek doen, want dan moet ik veel te veel lachen en dan wiebelt mijn telefoon. Nog een keer, en dan rustig vertellen.’
Eerlijk gezegd moet Mees ook een beetje lachen. Filmpjes maken is best lastig, maar ook erg grappig. Hij probeert rustig te vertellen dat de bimbobox is gestolen en dat iedereen moet helpen hem te vinden.
Als hij zijn praatje voor de derde keer houdt, klinkt er opeens een stem achter Jeslynn.
‘Hee, zijn jullie er weer? Wat doen jullie nu de hele tijd bij de bimbobox? Gaan jullie hem stelen?’
Jeslynn draait zich verontwaardigd om. ‘Natuurlijk niet! We gaan de oude bimbobox juist terugvinden! Doe niet zo gek!’
Maar Mees heeft al gezien wie daar staat te lachen. ‘O, bent u het? Moet u weer geld uit de bimbobox halen? Jeslynn, de vorige keer vroeg ik of hij een dief was, dus is het niet zo gek dat hij nu aan ons vraagt of we dieven zijn. Het is een grapje toch, meneer?’
‘Natuurlijk! En je hoeft mij geen meneer te noemen hoor. Zo oud ben ik nog niet. Zeg maar gewoon Leon. Wat zijn jullie aan het doen?’
Mees en Jeslynn vertellen hun plan. ‘En dan is de bimbobox terug en dan, en dan - krijg ik een tien voor mijn spreekbeurt!’ concludeert Mees triomfantelijk.
Leon knikt. ‘Ik vind het een goed plan. Zal ik jullie helpen? Ik kan aan iedereen die hier in de winkel werkt, vragen of ze zich nog iets herinneren. Als jullie filmpje af is, zetten we het op internet. Ik vraag alle mensen in de winkel of ze het willen delen op Instagram en Facebook en zo. En ik vraag het ook aan al mijn vrienden. Goed?’
Mees knikt enthousiast. ‘Het is al hééél lang geleden, maar ik weet zeker dat het ons gaat lukken! Jeslynn, wat moeten we nog meer doen?’
‘Volgens mij zijn we klaar’, antwoordt Jeslynn. ‘We moeten thuis de mooiste beelden uitzoeken en er een leuk filmpje van maken.’
‘Maar hoe gaan we dat doen?’ vraagt Mees. ‘Ik heb nog geen Instagram of zo. Hoe komt het filmpje bij jou?’
‘Dat is niet zo moeilijk’, vindt Leon. ‘Dat kan toch via je vader? Hij is mijn stagebegeleider van school en heeft mijn mailadres wel. Vraag maar of hij het filmpje aan mij mailt, dan komt het wel goed. Waar is je vader trouwens? Hij is niet in gesprek met meneer Rienus, want die zit in het kantoor bij zijn broer. Ze zijn al de hele dag met allemaal mensen aan het praten, want ….’
Opgelucht valt Mees hem in de rede. ‘Ja, dat is goed. Ik vraag het aan mijn vader.’
Jeslynn kijkt naar Leon. ‘We zijn hier niet met Mees’ vader, maar met mijn moeder. Ze moet een nieuwe theepot kopen, want de oude is vanmorgen kapot gegaan.’ Ze kijkt een beetje verlegen.
‘Zomaar?’ vraagt Leon, met glimmende ogen. Hij heeft al door wat er is gebeurd.
‘Neeeh….’, aarzelt Jeslynn.
Mees geeft haar een duwtje. ‘Zeg het nou maar gewoon, iedereen laat wel eens iets vallen. Als je het helemaal per ongeluk hebt gedaan, is je moeder heus niet boos.’
‘Gelukkig niet’, zucht Jeslynn. ‘Ik deed het echt niet expres, maar er spatte wat water uit en dat was zo heet en, nou ja, toen liet ik ‘m vallen, en toen vloog al dat hete water over de vloer en toen….’
‘Oei, dat was een toestand!’ zegt Leon. ‘Het hete water is niet over jou heen gekomen, hoop ik?’
Jeslynn schudt haar hoofd. ‘Gelukkig niet, alleen een paar druppeltjes op mijn voeten. En mijn zusje sprong meteen opzij, dus zij heeft ook niets. Maar de theepot is in duizend stukjes!’
Mees trekt aan Leons mouw. ‘Leon, je zei nog iets over meneer Rienus in het kantoor. Is er wat aan de hand? Ze hebben toch niet de dief van de bimbobox gevonden hè, want dat wil ik doen!’
Leon kijkt ernstig. ‘Nee, het heeft niets met de bimbobox te maken. Er is een sextant verdwenen uit het kantoor.’
Jeslynn en Mees kijken Leon verbaasd aan. ‘Een sextant? Wat is dat nou weer?’
Leon denkt na. ‘Het is een instrument dat ze vroeger op schepen gebruikten. Daarmee konden ze bekijken welke kant ze op moesten varen.’
‘O’, zucht Jeslynn. ‘Maar een winkel is toch geen schip? Waarom is hier dan zo’n ding? En waarom is dat zo belangrijk dat er de hele dag over gepraat moet worden?’
‘Kijk eens goed rond’, zegt Leon. ‘Is het je nog niet opgevallen dat hier overal borden hangen met het getal 125?’
‘Jawel’, knikt Mees. ‘Maar nou snap ik het helemaal niet meer. Een winkel, een schip, zo’n verdwenen tant-dinges, en nu weer 125. Je maakt het wel lastig hoor.’
‘Gewoon even luisteren. Warenhuis Vanderveen bestaat 125 jaar. De mevrouw die in 1897 met de winkel is begonnen, was de dochter van een kapitein. Zij heeft ook veel reizen gemaakt met haar vader. Maar toen zij naar Assen kwam, was haar vader al dood. Het schip is gezonken en de kapitein is verdronken. De familie Vanderveen is echter niet vergeten dat ze van die kapitein afstammen. Ze hebben nog steeds wat oude spullen uit die tijd en van de kapitein. Die spullen zijn heel belangrijk voor de familie Vanderveen. En nu is de sextant verdwenen. Hij hing in het kantoor aan de muur. Daar mogen de klanten van de winkel helemaal niet komen.’
‘Nog een mysterie!’ jubelt Mees. ‘Nou, wij zijn toch al bezig, Jeslynn – dit lossen we ook wel even op. Kom op, we zoeken je moeder en als ze een theepot heeft, gaan we naar huis. Eerst de dief van de bimbobox zoeken en dan dat tant-dinges. Leon, ik vraag mijn vader vanavond om jou dat filmpje te sturen. Aan het werk! Misschien is dezelfde dief wel teruggekomen. Jeslynn, wij lossen het op en dan zijn we de helden van Vanderveen!!!’