Een stuk hout in de vloer
Nu pas ziet Mees dat Leon een dikke stapel papieren in zijn hand heeft.
‘Wat is dat?’ vraagt hij nieuwsgierig.
‘Ik weet het, ik weet het!’ roept Jeslynn. ‘De nieuwe speurtocht, wat je net hebt verteld!’
Leon lacht. ‘Dat klopt. Ik loop even langs alle afdelingen waar een nieuwe vraag komt te hangen.’
‘Een vraag? Geen letter?’ vraagt Jeslynn.
‘Ja, bij deze nieuwe speurtocht moet je papieren met een vraag zoeken. Het antwoord op de vragen vul je in op de achterkant van het papier en dan vind je een woord’, legt Leon uit.
‘En wat is dat woord?’ vraagt Mees slim.
‘Ja mannetje, dat zou je wel willen weten hè? En er dan met de prijs vandoor gaan zeker? Dat gaat mooi niet door!’ lacht Leon. Mees kan er ook wel om lachen.
‘Heb je ook weer vragen gesteld, Leon? Dat wij tips krijgen?’ vraagt Jeslynn.
‘Natuurlijk’, knikt Leon. ‘Kijk maar: “wat is er met de sextant gebeurd?” en “heb je nog tips voor Mees en Jeslynn?”’
‘Daar snap ik dus niets van’, zucht Jeslynn.
Mees stoot haar aan. ‘Dat is toch niet zo moeilijk, Jeslynn? Dat ding, dat tant-dinges, is ook gestolen. Weet je dat niet meer? Die moeten we ook terugvinden.’
‘Ja, dát weet ik heus wel hoor’, reageert Jeslynn. ‘Ik bedoel: zo’n ding hoort op een schip. Wat doet het in een winkel? En waarom is het belangrijk voor de familie Vanderveen? Wat is ermee gebeurd? En hoe gaan wij hem terugvinden?’
‘Dat zijn een heleboel vragen, Jeslynn’, vindt Leon. ‘Goede vragen. Die sextant was van….’
Leon maakt zijn zin niet af. Ze zijn met de roltrap beneden gekomen en Mees rent naar de souvenirshop. Gelukkig, zijn vader is er nog niet.
Mees is de sextant en Jeslynns vragen alweer vergeten. Hij trekt aan Leons mouw.
‘Leon, waarom zit hier zo’n rare glazen bak met een stuk hout in de vloer?’ wil hij weten. ‘Ik vind dat maar gek hoor, zo midden in een winkel. Waarom gooien ze dat hout niet weg en maken ze de vloer af?’
‘Omdat het heel oud is, Mees. Het is een bijzonder stukje geschiedenis’, legt Leon uit.
‘Pfffff, geschiedenis.’ Mees trekt een vies gezicht. ‘Daar is echt niets aan. Allemaal oude dingen en lang geleden en zo. ’t Is gewoon een stuk hout. Weg ermee.’
Tekst gaat verder onder de foto
V

Jeslynn is toch wel nieuwsgierig. ‘Ik snap het niet, Leon. Een stuk oud hout? Hoezo?’
‘Jullie weten dat Assen bestaat dankzij het klooster? Of beter nog, dankzij een grote vechtpartij tussen de Drenten en het leger van de bisschop van Utrecht? Waarbij de Drenten de bisschop hebben vermoord?’ vraagt Leon.
Mees kijkt hem stomverbaasd aan. ‘Een echte veldslag? In Drenthe?’
Leon schudt zijn hoofd. ‘Nee, het was niet in Drenthe maar in Overijssel. Vlak bij Coevorden.’
‘Ik weet het, ik weet het!’ roept Jeslynn. ‘Dat heeft meester Mark pas verteld. In Ane! En het is al bijna achthonderd jaar geleden. Maar het liep toch helemaal niet goed af voor de Drenten?’
‘Dat klopt, Jeslynn! Drenthe was toen van de bisschop van Utrecht, een belangrijke man binnen de kerk. Maar Rudolf van Coevorden, die in een kasteel woonde, wilde meer macht en vond het niet zo nodig om naar de bisschop te luisteren. Dat pikte de bisschop niet en hij kwam met een groot leger. Maar de Drenten wonnen, want ze lokten het leger van de bisschop in een moeras. Al die ridders met hun zware harnassen zonken weg.’
‘Maar dat heeft toch niets met Assen te maken?’ vraagt Mees verbaasd.
‘Jawel’, knikt Jeslynn. ‘Maar ik dacht toch echt dat meester zei dat de Drenten verloren.’
‘Toen nog niet, maar later wel’, weet Leon. ‘De nieuwe bisschop was natuurlijk erg boos. Hij ging ook met een leger naar Drenthe en veroverde het gebied weer. Daarna won Rudolf van Coevorden weer. Het was een heel gedoe met al die vechtpartijen. Toen Rudolf doorkreeg dat hij uiteindelijk niet van de bisschop met zijn grote leger kon winnen, wilde hij overleggen. Hij ging op bezoek bij de bisschop en werd toen gevangengenomen en vermoord.’
‘Hoe weet je dat allemaal, Leon?’ vraagt Jeslynn.
‘O, ik ben lid van de Asser Historische Vereniging. Ik vind geschiedenis wél heel interessant’, lacht Leon. ‘Maar ik houd nu op met vertellen, want Mees vindt er niets aan.’
‘Jawel hoor’, zegt Mees stoer. ‘Over zo’n veldslag mag je wel vertellen. Maar ik snap nog steeds niet wat het met Assen en dit stuk hout in de vloer te maken heeft.’
‘Toen Rudolf van Coevorden dood was en de bisschop weer de baas was in Drenthe, moesten de Drenten voor straf een klooster stichten. Een klooster waar nonnen konden wonen. Dat moest in de buurt van Ane, waar de oude bisschop was vermoord. Maar dat werd een mislukking: in die moerassige buurt konden de nonnen niet voldoende eten verbouwen op het land en alles was vochtig en nat. Daarom wilden ze het klooster verplaatsen.’
‘En toen kwam er een nieuw klooster in Assen!’ roept Jeslynn triomfantelijk.
‘Ja’, knikt Leon. ‘En net als bij een kasteel werd er om het kloosterterrein een soort gracht gegraven: de Noordersingel, de Oostersingel, de Zuidersingel.’
‘En de Westersingel natuurlijk’, vult Mees aan.
‘Nee’, schudt Leon.
‘Natuurlijk wel’, zegt Mees. ‘Noord, oost, zuid, west. Dat weet ik zeker.’
Leon lacht. ‘Dat klopt ook wel. Maar er hoefde geen Westersingel te komen. Daar liep al een klein riviertje, de Weiersloop.’ Leon wijst naar het stuk hout onder de glazen plaat. ‘Daar!’
‘Door de winkel?’ vraagt Jeslynn verbaasd.
‘Nee, toen was hier nog geen winkel! Maar toen Assen groeide, verdween de Weiersloop meer en meer tussen de huizen. Er zijn nog steeds woningen in de stad die veel vocht in de kelder hebben, omdat ze net naast of zelfs op de Weiersloop zijn gebouwd. En dat hout is waarschijnlijk een duiker, een soort ondergronds stukje, uit de Weiersloop.’
Jeslynn schudt haar hoofd. ‘Dan snap ik nog steeds niet waarom dat nu midden in de winkel ligt.’
‘Ik wel!’ roept Mees triomfantelijk. ‘Want dit was vroeger een tuin achter de huizen. Mijn vader zegt dat Vanderveen bestaat uit een heleboel huizen en tuinen bij elkaar!’
Leon geeft hem een schouderklopje. ‘Precies, Mees. Maar dat is het einde van de geschiedenisles. We moeten aan het werk met de speurtocht.’ Hij kijkt naar de lege chocolaterie en de net zo lege souvenirshop.
‘Maar waar is Sylvia?’ vraagt hij verbaasd.